Er komt steeds meer bewijs dat voeding invloed kan hebben op het ontwikkelen van depressie. Zo blijkt uit eerder onderzoek dat gezonde mensen die veel groente, fruit, volkoren producten, vette vis en olijfolie eten minder vaak aan een depressie lijden. Mensen die veel frisdranken drinken, fast food en suiker- en vetrijke snacks eten lijden juist vaker aan een depressie. We weten ook dat depressie in bepaalde bevolkingsgroepen veel vaker voorkomt dan in andere, en dat groepen met een verschillende afkomst andere voedingsgewoonten hebben. Dit roept de vraag op of voeding een verklaring vormt voor het de hogere kans op depressie in bepaalde bevolkingsgroepen.
Uit ons onderzoek bleek net weer een ander voedingspatroon met depressie samen te hangen dan in eerder onderzoek het geval was: als mensen een voedingspatroon hebben met hoge innames van melkproducten, kaas, volkoren producten, groente, peulvruchten, noten, aardappelen en rood vlees, zagen we dat zij minder vaak depressie hebben. Toen we dit per etnische groep bekeken, zagen we dat dit alleen zo was bij deelnemers van Marokkaanse en Hindoestaans-Surinaamse afkomst. We weten niet precies waarom in de ene groep dit voedingspatroon wel met depressie samenhangt en in de andere groep niet. Het is belangrijk om meer onderzoek te verrichten in groepen met verschillende afkomst om meer inzicht te krijgen of voeding depressie kan verlagen in verschillende bevolkingsgroepen, of dat de richtlijnen voor goede voeding per bevolkingsgroep anders zouden moeten luiden.