Het hepatitis B virus en het hepatitis C virus kunnen een ontsteking van de lever veroorzaken. Deze virusinfecties kunnen worden opgelopen via besmet bloed. Dit kan bij de geboorte als de moeder hepatitis B of C heeft, of bij onveilig seksueel contact (dit laatste geldt voornamelijk voor hepatitis B). Het kan soms lang kan duren voordat iemand die het hepatitis B of hepatitis C virus bij zich draagt klachten krijgt. Om te voorkomen dat personen na een tijd ziek worden van een hepatitis B of C infectie is op tijd opsporen van het virus, controle en behandeling belangrijk. Voor zowel hepatitis B en C zijn er goede medicijnen.
Daarom hebben wij onderzoek gedaan naar hoe vaak hepatitis B en C voorkomen onder Amsterdammers. Hiervoor is het bloed van 3000 HELIUS deelnemers getest op de aanwezigheid van hepatitis B en C: dit waren 1000 personen geboren in Suriname (500 met een Hindoestaans-Surinaamse achtergrond en 500 met een Creools-Surinaamse achtergrond), 500 personen geboren in Ghana, 500 personen geboren in Turkije, 500 personen geboren in Marokko en 5oo personen met een Nederlandse achtergrond.
Hieruit bleek dat 1% van de Hindoestaans-Surinaamse, 2% van de Creools-Surinaamse, 5.5% van de Ghanese, 4% van de Turkse, 1% van de Marokkaanse en 0.5% van de Nederlandse Amsterdammers een hepatitis B virus infectie hadden. Ruim de helft van hen wist niet dat zij een hepatitis B infectie hadden. Hepatitis C virus infecties kwamen weinig voor in alle groepen. De personen die een hepatitis B en C infectie hadden zijn hiervan via de huisarts op de hoogte gesteld.
Deze studie laat zien dat het belangrijk is om opsporingsprogramma’s op te zetten voor groepen mensen met een verhoogde kans op hepatitis B infectie. Zo kunnen zij worden gecontroleerd en behandeld voordat ze ziek worden.