Via het internet, bij de drogist of via de apotheek zijn zelftesten te koop voor seksueel overdraagbare aandoeningen (soa). Bij een zelftest (ook wel thuistest genoemd) voert iemand zelf de test uit én leest zelf de uitslag van de test af. Het voordeel is dat iemand zelf kan bepalen wanneer en waar hij of zij de test uitvoert. Ook hoeft iemand niet eerst langs de dokter of de GGD. Dit kan ervoor zorgen dat meer personen zich laten testen op soa. Ondanks deze voordelen wordt het gebruik van een zelftest toch nog afgeraden, omdat de kwaliteit van deze zelftesten nog onduidelijk is. Dat er geen directe begeleiding van een dokter of andere zorgverlener is ook een nadeel. Want een zorgverlener kan adviezen geven, en een doorverwijzing voor een behandeling. Omdat er bij een zelftest dus niet altijd contact met een zorgverlener zal zijn, hebben we ook weinig zicht op hoeveel zelftesten er gebruikt worden.
Wij hebben daarom onderzocht hoeveel personen in de laatste 6-12 maanden een soa (chlamydia, hiv of syfilis) zelftest hebben gekocht. Om dit te kunnen meten hebben we deelnemers van vier studies vragen gesteld over het gebruik van zelftesten. De HELIUS studie was daar één van. Uit de resultaten bleek dat tussen de 1-2% van de deelnemers een soa zelftest had gebruikt in de laatste 6-12 maanden. Zelftesten voor chlamydia werden het vaakst gebruikt. Alhoewel we uit dit onderzoek kunnen concluderen dat het gebruik van zelftesten voor soa laag is, is het toch belangrijk om dit over de tijd te blijven monitoren. Daarnaast is het belangrijk om goede informatie te blijven geven over de voor- en nadelen van het gebruik van een zelftest.